In dit artikel ga ik in op de verschillen tussen jongens en meisjes tijdens de puberteit en wat hiervan de effecten voor meiden zijn bij het beoefenen van sport.
De puberteit
De puberteit begint meestal rond het 11e levensjaar bij meisjes en rond het 13e levensjaar bij jongens, maar kan voor beiden ook eerder of later beginnen. Voor meisjes begint de puberteit al ver voordat ze de menstruatie krijgen. Bij sommigen kunnen er al veranderingen optreden vanaf 7 jaar.
Het is onbekend waarom meisjes eerder in de puberteit komen dan jongens. Wat wel bekend is, is dat het begin van de puberteit kan afhangen van omgevingsfactoren zoals stress. Meiden die hun eerste menstruatie krijgen wanneer ze 13 jaar of jonger zijn hebben over het algemeen een regelmatige cyclus, en meiden die 14 jaar of ouder zijn tijdens hun eerste menstruatie hebben vaak de eerste 3 tot 4 jaar een onregelmatige cyclus.
De veranderingen
Er wordt wel vaker gezegd dat tijdens de puberteit “de hormonen door het lijf gieren”, en dit is ook wat er gebeurd. Hormonen zijn stofjes die allerlei lichaamsprocessen regelen en tijdens de puberteit zorgen ze er onder andere voor dat pubers er volwassen uit gaan zien. Deze veranderingen zijn anders voor jongens en meisjes en hebben dus ook andere implicaties bij het uitoefenen van sport:
De groeispurt
Tijdens de puberteit krijgen pubers een groeispurt en groeien ze gemiddeld 17-18% van hun volwassen lengte. Dit betekent dat ze groeipijn zullen ervaren.
- Meiden: Bij meiden groeien eerst de botten in de lengte en worden daarna gevuld met mineralen en stijgt daarna de bot mineraaldichtheid. Dit betekent dat de bot mineraaldichtheid eerst omlaag gaat, voordat het weer stijgt. In deze fase is het risico voor botbreuken groter vanwege de verlaagde bot mineraal dichtheid.
- Jongens: Bij jongens worden de botten eerst breder en worden de botter direct gevuld met mineralen. Bij hen is er dus geen verhoogd risico op botbreuken in deze fase.
Gewichtsveranderingen
- Meiden: Meiden krijgen op deze leeftijd normaalgesproken een andere verhouding tussen spieren en vet door de toename van oestrogeen. Er ontstaat meer buik vet, bredere heupen en ze kunnen wat onhandig worden met hun “nieuwe vormen”. Omdat de vormen veranderen en daarmee ook de balans en het evenwichtspatroon moeten ze zich een nieuw bewegingspatroon aanleren omdat ze niet meer op dezelfde manier hardlopen, springen en landen. Het is erg belangrijk dat ze deze vaardigheden opnieuw leren zodat ze zich mentaal sterk blijven voelen en zichzelf blijven verbeteren in hun sport. Techniek is dus erg belangrijk!
- Jongens: Jongens worden in deze fase sterker/ gespierder, sneller en fitter. Dit kan lastig zijn voor meiden die het tegenovergestelde kunnen ervaren. Zij gaan diëten om het buik vet te verliezen en kunnen daardoor tekort komen in hun energiebehoeftes met alle gevolgen van dien.
Lichaamsbouwveranderingen
- Meiden: Er ontstaat een onbalans in kracht en flexibiliteit door het breder worden van de heupen en het veranderen van de lichaamsvormen. Hierdoor ontstaat er ook een groter risico op blessures. De weefsels worden zachter en er ontstaat een “Q-hoek”. ACL blessures of zachte weefsel blessures komen meer voor.
Cardiovasculair
- Jongens: Mannen hebben een groter hart en een grotere longinhoud dan vrouwen, en dit begint in de puberteit. We gaan dus zien dat het gat tussen jongens en meisjes gaat groeien. Door het grotere hart en de grotere longinhoud krijgen de jongens een betere conditie en worden ze sterker.
Hemoglobine
- Jongens: De toename van het hormoon testosteron heeft een effect op de rode bloedcellen. Deze nemen namelijk toe en jongens krijgen dus ook vanuit dit aspect een betere conditie en worden ze sterker.
- Meisjes: Meisjes hebben ook testosteron maar lang niet in dezelfde mate als jongens. Wij zien dat zij vaak een ijzer tekort krijgen en daarmee de tegenovergestelde effecten en vermoeidheidsklachten.
Cognitieve ontwikkelingen
- Meisjes: Meisjes beginnen sneller complexe strategieën te begrijpen en te verwerken. Het is daarom belangrijk dat ze meegenomen worden in de strategie van training en verbetering. Neem ze aan de hand en ga samen naar de techniek kijken, doe functional movement en kijk hoe je samen een sterke basis kunt leggen voor een toekomst met een goed bewegingspatroon en verbeterde sportvaardigheden. Als ze dan uit de tijdelijke fase van “ongemakkelijk bewegen” groeien, hebben ze een goede basis om verder te trainen. Daarnaast worden meiden over het algemeen wat meer altruïstisch maar ook gevoeliger, angstiger en gaan ze zich zorgen maken wat anderen van hen denken. Ook kan de gemoedstoestand snel wisselen en kunnen er klachten zoals depressiviteit optreden. Dit komt doordat oestrogeen stijgt en dit heeft een effect op de hersenen. Ook hierin is de manier van benadering en communicatie erg belangrijk.
- Jongens: Dat jongens wat agressiever en competitiever worden komt door de toename van testosteron en is dus normaal.
Conclusie
Bij jongens en meisjes zijn er een heleboel veranderingen tijdens de puberteit. De meesten maken het voor meiden niet makkelijker om te bewegen, en samen met de mentale aspecten waarbij ze zich bewust worden van wat anderen van hen denken, en de lichaamsvormen niet altijd even gewenst zijn in de topsport kunnen er onder andere eetproblemen optreden of stoppen meiden met sport tijdens de puberteit. Dit is uiteraard erg ongewenst en brengt veel negatieve consequenties met zich mee. De fysiologische processen gebeuren sowieso, maar we kunnen de atleten helpen door:
- De veranderingen bespreekbaar te maken
- Samen aan functional movement te werken
- Ze mee te nemen in strategieën en planning
- Te praten over voeding en ze leren dat goede voeding belangrijk is voor herstel en het verbeteren van sportprestaties zodat ze geen verstoord eetpatroon krijgen. In plaats daarvan is het belangrijk ze te leren hoe ze de kwalitatieve inname van voedingswaarden kunnen verhogen zodat ze meer zelfvertrouwen krijgen en door blijven gaan met de sport
- Een goede warming-up te doen om o.a. ACL blessures te voorkomen. Alleen joggen is niet genoeg. Focus op balans en kracht, vooral van de bilspieren en hamstrings. Het is ook belangrijk om te concentreren op correct springen, landen en draaien.